Krachten 4

Onderwerp: Kracht in evenwichtssituaties, Rechtlijnige beweging

havo/vwo, krachten, 10 min

Opgave

Een resulterende kracht van 9,6 N geeft aan een massa m1 een versnelling van 3,0 m/s2. Voor een andere massa m2 geldt: m2 = 3 * m1.

a) Bereken m2.

Op m2 werkt ook een kracht van 9,6 N. De beide massa's bewegen in dezelfde richting.

b) Bereken de verhouding van de horizontale verplaatsingen van beide massa's.