Paul Kooijman

Onderwerp: Overige onderwerpen

´Ik heb zo´n beetje met alle deeltjes op elkaar geschoten.´ Interview van Jaap den Hollander, Iris Hoogendoorn en Janneke Vloemans met Paul Kooijman van het Nikhef.

Jaap begon bij het begin en vroeg Paul welke opleiding hij heeft gedaan.

Om te beginnen heb ik het gymnasium gedaan in Zeist. En daarna ben ik in Utrecht natuurkunde gaan studeren.
Waarom ik natuurkunde ben gaan studeren? Dat lag waarschijnlijk aan mijn natuurkundeleraar. Dat was een geweldig enthousiaste man en hij had een heel aparte manier van lesgeven. Want ja, af en toe kreeg je een doosje met spulletjes en dan zei hij: “Ga er maar wat mee doen”, en ja, dat vond ik wel leuk. Hij legde ook veel dingen uit met proeven en voorbeelden. Nou en toen ben ik natuurkunde gaan studeren en ik heb vrij vlot het kandidaatsexamen gehaald. In twee jaar.

Toen ben ik gaan kijken wat ik wilde gaan doen en ik werd erg getrokken door de theoretische natuurkunde. Toen heb ik een hele hoop theoretische vakken gekozen. Maar in Utrecht moest je per se een experimenteel onderzoek doen. Met dat onderzoek ben ik bij de molecuulbundels-groep van Alkemade gekomen en dat was een hele aparte en leuke groep.
Daar mocht ik, als student, zelf een experiment bouwen en dat vond ik geweldig! Ik heb er een half jaar langer over gedaan dan de bedoeling was, maar van af dat moment ben ik verkocht aan de experimentele natuurkunde. Ja, dat was wel een beetje de ommekeer.
Daarna kreeg ik een brief van een hoogleraar die bij het CERN (Europese Organisatie voor Nucleair Onderzoek) werkte en die zocht studenten om stage te doen bij het CERN. Nou toen dacht ik, een jaartje in Zwitserland, dat lijkt me helemaal niet zo gek. Het experiment trok me heel erg en toen ik die brief kreeg, ben ik daar dus naar toe gegaan. Ik heb over datzelfde experiment ook mijn promotieonderzoek gedaan. Ik heb in viereneenhalf jaar mijn promotie gedaan en toen ben ik naar de Verenigde Staten gegaan.
Daar kreeg ik een baan voor drie jaar en ik ben negen jaar gebleven. Dat was op Stanford in Californië. Toen kwam er een baan in Nederland bij Nikhef vrij en daar heb ik op gesolliciteerd. Ik ben aangenomen en daar heb ik gezeten sinds 1987.
Ook kwam ik bij de universiteit van Amsterdam als buitengewoon hoogleraar. Ik geef dus ook heel veel les. Het is zelfs zo dat ik met een groep eerstejaarsbezig ben met een practicumproject dat ze samen met de masterclass hebben opgebouwd en dat gebruikt wordt om de snelheid van de muonen te meten. Verder geef ik ook allerlei colleges. En dat is zo’n beetje mijn levensverhaal.

Jaap: ‘Ik hoor, toen u wat meer op de praktische weg zat, allerlei dingen overvliegen zoals muonen en atomen. Dat zijn allemaal heel kleine deeltjes, maar bent u ook met het hele grote bezig geweest?’

Toen ik naar de universiteit ging heb ik denk ik een vergissing gemaakt door als bijvak scheikunde te kiezen en niet sterrenkunde. Na twee jaar loop je dan genoeg achter dat je daar nooit meer iets mee te maken krijgt. Daar staat tegenover dat ik nu een deel van mijn tijd aan een experiment werk dat opgebouwd gaat worden in de Middellandse Zee en waar we naar kosmische neutrino’s gaan zoeken.
Neutrino’s zijn de deeltjes die ontstaan bij een radioactief verval. Dat heet een bètaverval. Daar komt dan een elektron bij vrij, maar er komt ook een neutrino bij vrij. En die neutrino is een heel vervelend deeltje want hij heeft geen lading en we kunnen dat deeltje dus ook niet goed meten en waarnemen. Hij vliegt overal doorheen. Maar af en toe vindt er een interactie plaats (een aantal keer per seconde). En als je die interactie wilt zien of meten, dan moet je een hele grote detector hebben. Zo’n detector kan van water zijn. We zijn er, via zo’n grote detector, achter gekomen dat een neutrino massa heeft. Want heel lang heeft men aangenomen dat een neutrino geen massa heeft. Het feit dat een neutrino wel massa heeft, is een heel belangrijke ontdekking geweest. Maar de grootte van dat ding is nog steeds veel te klein om echt goed te kunnen meten. Nu laten we de neutrino’s door de aarde heen komen en gebruiken we de aarde als een soort trefplaatje. Op een bepaald ogenblik maken ze een interactie en dan ontstaat er een muon en die komt dan uit de aarde en door het water heen en maakt de Cherenkof-straling.
Dat is het blauwe licht dat bij een kernreactie zichtbaar is. Die straling ontstaat doordat het deeltje sneller gaat dan de snelheid van het licht in dat medium en dan zendt het licht uit. Het wil eigenlijk niet sneller gaan en dus wil het energie kwijtraken door licht uit te zenden. Dat licht kan je detecteren.

Wij hangen daarom in de Middellandse zee allerlei kabels met fotondetectoren en na een aantal testen lijkt dat redelijk te werken en over een jaar beginnen we met het plaatsen van een kleine detector. Dan kunnen we ongeveer een tiende van een kubieke km bekijken met die detectoren. Ondertussen zijn we bezig met kijken of we samen met een aantal andere landen een detector kunnen bouwen die een veel grotere hoeveelheid water kan bekijken, van één kubieke km. Maar daar komt nog veel bij kijken want er ontstaan ook allerlei andere problemen. Hoe breng je de informatie weer naar boven en hoe breng je de stroom naar beneden. En op een gegeven moment begint het ook vol te raken voor boten en onderzeeërs. En er zijn ook een aantal maritieme regels. En je zit op een gigantische diepte dus de detectoren moeten behoorlijk stevig zijn.
Dit experiment loopt tot ongeveer 2007.

Jaap: ‘Zo, dat is behoorlijk wat.’

Ja, ik heb eigenlijk vrij veel gedaan. Ik heb protonen op elkaar geschoten, ik heb elektronen en hun antideeltjes op elkaar geschoten, ik heb protonen en elektronen op elkaar geschoten en nu zijn de neutrino’s aan de beurt.

Jaap: ‘Denk je dat een enthousiaste leraar die de natuurkunde les leuk maakt, veel invloed heeft op de mening van de leerlingen tegen over natuurkunde?’

Ik kan alleen zeggen dat uit mijn ervaring van een klas van zestien er drie kinderen natuurkunde gingen studeren. En normaal gesproken is het drie op een paar scholen. Dus het maakt wel degelijk uit. Ik denk ook dat mijn loopbaan niet zo vreselijk standaard is, maar het is wel zo dat je in dit soort dingen terecht komt, als je in de research gaat.
Er is ook een aantal mensen die samen met mij gepromoveerd zijn en die zijn iets compleet anders dan ik ben gaan doen. Eén daarvan loopt op dit instituut rond, één is manager bij Philips en die maakt CAT-scans, één die werkt als systeem programmeur, één die doet nu fusieonderzoek en eentje werkt bij de ABN-AMRO. Dus het is zeker niet zo dat je met deze opleiding altijd in de research terecht komt. Maar de andere banen zijn zeker ook interessant.

Jaap: ‘Als u nou één moment uit dit alles zou mogen kiezen dat u het meest heeft aangegrepen of dat het meest interessant was. Wat zou dat dan zijn?´

Dat is een zeer lastige vraag. Nou, het meest merkwaardige wat ik heb meegemaakt is, was tijdens mijn project in Amerika. En daar hadden ze een zeer groot bellenvat met een enorme magneetspoel. En daar moest een tweede enorme magneet in. Dus die werd ergens vandaan gehaald. En die reis is eigenlijk een verhaal apart. Want er zijn dus mensen die beweren dat tijdens die reis de magneet aan zou hebben gestaan en dus deuren open zou hebben getrokken. Maar daar is niets van waar. In ieder geval, toen kwam die magneet daar aan werd daar geïnstalleerd.
Toen zou die getest worden op zijn maximale stroom en daar waren we op een gegeven moment aan begonnen. Die maximale stroom is uiteindelijk bereikt om half vijf ´s ochtends en we waren er nog met dertig man die dus allemaal waren blijven steken omdat ze allemaal hun magneet wilden zien werken. Ik vond het wel heel indrukwekkend om daar bij te zijn. Iedereen was zo enthousiast dat ze vergaten te eten en te slapen.
Wat ook altijd er leuk is, is het moment dat een experiment net gaat draaien. Want je bent daar dan een jaar of vijf mee bezig geweest en natuurlijk heb je wel alles berekend. Maar het echt werken van een experiment is toch altijd spannend.

Jaap: ‘Wat is er eigenlijk zo leuk aan je werk?’

Ik denk dat ik altijd met plezier naar mijn werk ga, omdat er mij altijd iets anders wordt voorgeschoteld. Het is elke dag anders. Andere problemen die opgelost moeten worden en andere vragen die gesteld worden.

Jaap: ‘Zoals het nu klinkt, is er niks negatiefs.’

Ha ha, ja wel hoor. Dit werk laat absoluut geen tijd over om je kantoor op te ruimen!’. En dat is waar, want het was best een zooitje in zijn werkkamer. We bedankten Paul voor het interview en gingen verder naar ons volgende slachtoffer om een ander levensverhaal te ontdekken.

Ben je geïnteresseerd in de onderwerpen waar we over gepraat hebben, dan kun je op de volgende websites wat meer informatie vinden:
www.nikhef.nl, hier werkt Paul en kun je veel informatie vinden, deels in het Engels
www.cern.ch, dit is de site de internationale organisatie voor nucleair onderzoek, engels
www.hisparc.nl, deze site is speciaal voor studenten, met heel veel links
www.atlas.ch, dit is het recentste experiment dat in CERN wordt gedaan, Engels