Marcel Vreeswijk

Onderwerp: Overige onderwerpen

"Helaas het onderzoek is geslaagd." Interview van Jaap den Hollander, Iris Hoogendoorn en Janneke Vloemans met Marcel Vreeswijk van het Nikhef.

Janneke: ‘Waarom heb jij voor Natuurkunde gekozen?’

Ik wilde weten hoe dingen zijn opgebouwd. Hoe de fysische wereld is opgebouwd, en misschien wel het meest ultieme waar we vandaan komen. Hoe alles is ontstaan. Die vragen zorgden ervoor dat ik natuurkunde ben gaan studeren. Misschien is het meer iets in de sterrenkunde dat me heeft getrokken, maar uiteindelijk ben ik in de deeltjesfysica terecht gekomen.

Janneke: ‘Welke studie heb jij precies gedaan?’

Ik heb experimentele natuurkunde gedaan.

Janneke: ‘Wist je al wat je wilde worden toen je ging studeren?’

Dat is vrij langzaam gekomen. Ik wilde wel iets met natuurkunde gaan doen. Maar ik wist niet of ik echt onderzoeker wilde worden. Dat is pas later gekomen.

Janneke: ‘Maar wist je wel wat je kon worden? Werd je verteld wat je kon gaan doen?’

Er is wel wat verteld, voornamelijk door, door medestudenten georganiseerde oriëntatiedagen, bijvoorbeeld bij Shell of Philips. Daar kreeg je een praatje van een voorlichter en een mooie rondleiding. Zo ben ik in contact gekomen met wat je met natuurkunde kan doen in de industrie! Want vanuit de universiteit word je rondgeleid bij instituten als Nikhef en ziekenhuizen waar ze ook mensen voor zoeken. De echt wetenschappelijke dingen werden door de universiteit geregeld.

Janneke: ‘Als je nou een ding zou moeten noemen, dat je het allerleukste vond van je hele studie?’

Het aller allerleukste vond ik de stage. Ik heb stage gelopen bij Nikhef. Ik heb toen meegewerkt aan het project dat men in Hamburg doet bij de HERA-versneller. Het zogenaamde Zeus-project.

Ik ben ook naar Hamburg geweest naar de versneller zelf, dat was wel heel spannend als student. Het is nu nog steeds spannend en leuk, maar de eerste keer is toch het spannendst.

Janneke: ‘Wilde je alles gaan onderzoeken, wilde je echt alles te weten komen?’

Dat idee heb je wel als aantrekkingskracht, maar dat idee moet je snel laten varen. Want zeker in je studie krijg je een breed overzicht en dan kom je erachter dat het onmogelijk is om alles te onderzoeken. Pas later besef je hoe diep je kunt gaan, hoeveel tijd je kan besteden aan een klein deeltje in de deeltjesfysica. Ook de deeltjesfysica is maar weer een heel klein deel van de natuurkunde. Kortom, het is onmogelijk om alles te onderzoeken.

Piet: ‘Kun je schetsen hoe je tegen natuurkunde aan keek, vanaf toen je klein was tot nu?’

Daar heb ik al een beetje antwoord op gegeven, toen ik vertelde dat ik eerst naar de sterrenkunde wilde, omdat ik verwachtte dat ik daar mijn antwoorden zou vinden. Maar tijdens mijn studie kwam ik toch meer bij de deeltjesfysica terecht. Het heeft heel erg met elkaar te maken, het allerkleinste en het allergrootste, de link daartussen is heel duidelijk het is heel erg hetzelfde blijkt nu.

Toen wist men dat nog niet, toen koos je nog heel duidelijk tussen die twee. Ik dacht toen dat ik sterrenkunde heel leuk zou gaan vinden. Maar uiteindelijk ben ik toch bij de deeltjesfysica terecht gekomen, omdat daar die vragen werden beantwoord, in tegenstelling tot de sterrenkunde.

Janneke: ‘Dus eigenlijk is dat het omgekeerde: van het hele grote naar het heel kleine?’

Dat is omgekeerd, ja. Maar de vraag waar we uit zijn opgebouwd, is altijd gebleven. Dat boeide me wel.

Janneke: ‘Heb je in het begin nog ideeën over bepaalde dingen gehad, maar die helemaal zijn omgegooid naarmate je ging studeren, het mag ook iets niet technisch zijn?’

Ja, ik bemoeide me wel altijd met de technische dingen. Dat zou je misschien ook nooit verwachten, bijvoorbeeld om compleet mechanische systemen te begrijpen. Dat is nou eenmaal mijn werk, het hoort er allemaal bij. Dat is juist het interessante je ziet van alles wat. Dat ben ik later meer gaan waarderen, misschien dat ik dat nog wel meer ga waarderen dan het onderzoeken. Dat verandert in de tijd, je werkt namelijk met projecten van een paar jaar en dan na een tijdje zoek je weer wat nieuws.

Janneke: ‘Maar op dit moment vind je de technische kant het interessants?’

Nee, niet helemaal. Het is 50-50 ongeveer.

Jaap: ‘Je zegt dat je meerdere projecten hebt gedaan, wat was voor jou het meest bijzondere project?’

Ik denk dat de promotie toch wel het interessantste was voor mij, hoe je het ook wendt of keert, later wordt het toch allemaal werk. Ik ben nu bijvoorbeeld begonnen met colleges geven, dat vind ik ook weer heel spannend om te doen.

Iris wilde meer weten: ‘Wat hield jouw promotie in, wat was het onderwerp van jouw proefschrift?’

Ik heb de structuur van protonen onderzocht, die zijn weer opgebouwd uit quarks en muonen, en we hadden geen idee hoeveel muonen in de protonen zaten, en dat weten we nu dan wel. Zo hebben we dus theorieën kunnen falsificeren en classificeren.

Janneke: ‘Hoeveel zijn dat er dan?’

Bij een bepaalde energie zijn dat er zoveel. En dan moet je denken aan honderden. Het is moeilijk te bepalen, wel is makkelijk te zeggen dat er 3 quarks in zitten, 2 up-quarks en 1 down-quark. Dat is iets wat je kunt onthouden.

Iris: ‘Wat wordt er hier nu achter je gebouwd?’

Dat zijn muondetectoren, voor het ATLAS-project. ATLAS is een van de experimenten die op zoek gaat naar het zogenaamde higgs-deeltje. Dat is het deeltje dat verklaart waarom wij massa hebben en waarom dingen een massa hebben. Ook probeert ATLAS te verklaren waarom het higgs-deeltje voor massa zorgt.

Maar eigenlijk hebben we geen idee. Het higgs-deeltje is maar een hypothese, maar om toch zo goed mogelijk voorbereid te zijn op het mogelijke bestaan van het deeltje, bouwen we deze muonkamers. Een van de mogelijke vervalswijze is dat het higgs-deeltje vervalt in 4 muonen en er zijn eigenlijk nauwelijks andere processen die dat doen. Dus als je die 4 muonen kan delen, dan kan je teruggaan naar het higgs-deeltje.

Janneke: ‘Je hoopt nu eigenlijk dat dit zo is, maar je weet het dus nog niet, het zou dus ook zo kunnen zijn dat je jaren voor niks bezig bent?’

Dat hoop ik eigenlijk, want het is juist verschrikkelijk saai als het higgs-deeltje wordt gevonden. Ik weet trouwens niet of ik dit zo mag zeggen, maar ik hoop het wel. Want dan kunnen we weer verder met onderzoeken. Het is een theorie, een hypothese, er staat nog niks vast. Stel nou dat het waar is, dan heb je alleen maar: “Ja, leuk het is waar”. Maar stel nou dat het niet waar is. Dan is er iets raars aan de hand, en ligt er weer een weg open naar een heel nieuwe wereld. Letterlijk misschien wel, we zijn ook op zoek naar andere dimensies en op zoek naar deeltjes die verdwijnen naar andere dimensies.

Janneke: ‘Je houdt dus meer van het onderzoeken, dan van resultaat en klaar?’

Nou, het onderzoek begint met het bouwen van de detectoren en nog veel meer werk. En als we het deeltje vinden is, dat natuurlijk een heel mooi resultaat. Maar ik zou het ook heel spannend vinden als we een heel ander resultaat krijgen. Een weg openleggen naar een heel nieuw deel van de natuurkunde. Dat zou veel spectaculairder zijn.

Janneke: ‘Dus eigenlijk is het: “Onderzoek geslaagd, ik baal”?’

Dan krijg je als onderzoeker wel een boos telefoontje van de directeur of je medeonderzoekers. Of andersom dan moet ik bij de directeur komen. Maar ja zo denk ik er wel over.

Ben je geïnteresseerd in de onderwerpen waar we over gepraat hebben, dan kun je op de volgende websites wat meer informatie vinden:
www.nikhef.nl, hier werkt Paul en kun je veel informatie vinden, deels in het Engels
www.cern.ch, dit is de site de internationale organisatie voor nucleair onderzoek, engels
www.hisparc.nl, deze site is speciaal voor studenten, met heel veel links
www.atlas.ch, dit is het recentste experiment dat in CERN wordt gedaan, Engels