Electriciteit 1

Onderwerp: Elektrische stroom

havo/vwo, electriciteit, 10 min

Opgave

In de figuur is een schakeling getekend waarin vijf gelijke lampjes P, Q, R, S en T zijn aangesloten op een voeding. Hieronder staan drie beweringen over de schakeling. Ga per bewering na of deze juist is en geef tevens de reden van het al dan niet juist zijn aan.

a) BEWERING 1: Als Q en R losgedraaid zijn, brandt P feller dan S. Waar of niet waar?
b) BEWERING 2: Als R en S losgedraaid zijn, brandt P feller dan Q. Waar of niet waar?
c) BEWERING 3: Als alle lampjes branden, verhouden de stroomsterkten in lampje P en S zich als 3 : 2. Waar of niet waar?