Opgave
Een voorwerp van 20 kg hangt in het midden van een 4,0 m lang koord waarvan de uiteinden op gelijke hoogte worden gehouden. De afstand tussen de uiteinden van het koord is 3,0 m.
a) Maak een tekening en bereken de spankracht in het koord.
Uitwerking vraag (a)
• Fg = mg = 20 * 9,80 = 196 N
• sin a = 1.5 / 2 geeft a = 49°.
• De helft van de zwaartekracht wordt opgevangen door de spankracht in het rechterdeel van het touw en de linkerkant vangt de andere helft op aangezien het voorwerp in het midden van het touw hangt.
• cos (49°) = ½ Fg / Fspan
• Fspan = 148 N