Beweging van de oceanen

Onderwerp: Kracht en beweging

Over het ontstaan van eb en vloed, en de rol die de maan erin speelt. En over springtij.

(havo/vwo, rechtlijnige beweging, arbeid en energie, gevorderd, 15-30 min).

Helaas gebeurt het nog regelmatig dat je in de krant dingen leest die in eerste instantie logisch klinken maar die als je goed nadenkt, aantoonbaar onjuist zijn. Vaak begint het met een simplificatie van de werkelijkheid maar voor je het weet staat er in een krantenartikel iets dat gewoon niet kan kloppen. Deze opgave gaat over zo'n krantenartikel.

Een opgave uit het tijdschrift Exaktueel.

 

NB: de beschrijving van de getijden is een schitterend maar ook complex stuk natuurkunde. De uitwerkingen hieronder zijn niet volledig. Momenteel (mei 2019) werken we aan een artikel met een vollediger weergave. (redactie Natuurkunde.nl).

Een mooie weergave is bijvoorbeeld ook op YouTube te vinden.

Opgave

NUON blad maart 1999, klopt het wat er in dit artikel beweerd wordt?
a) Gebruik de beschrijving in het artikel om een schets van de getijden op aarde te maken. Geef hierin aan waar (volgens het artikel) het water door de maan wordt aangetrokken.
b) Hoe vaak per dag is het volgens het artikel vloed? Geef een duidelijke uitleg.
c) Hoe vaak is het daadwerkelijk vloed?
d) Hier klopt dus iets niet. Op hoeveel plaatsen op aarde (ten opzichte van de maan) moet het zeewater hoger staan om eb en vloed te kunnen verklaren?
e) Hoe kun je het ontstaan van deze bulten verklaren? Let op: dit is een lastige opgave.

Bij volle maan is het springtij. In het artikel staat dat dat komt omdat de aantrekkingskracht van de maan dan groter is. Dat is natuurlijk onzin. Het is de afstand tot de maan die de grootte van de aantrekkingskracht bepaalt, niet de schijngestalten van de maan.

f) Waarom ontstaat springtij bij volle maan. Is het artikel volledig?