Lorentzkracht

Onderwerp: Elektrisch veld en magnetisch veld, Inductie en wisselstromen

(havo/vwo, elektrisch veld en magnetisch veld, gevorderd, 20 min.)

Opgave

Door een rechthoekige winding loopt een stroom I = 0,47 A in de aangegeven richting. Zie figuur.
Deze winding heeft zijden van resp. 10 en 30 cm.
Loodrecht op de winding staat een homogeen magneetveld het papier in met een magnetische inductie B = 22 mT.

a) Bereken de Lorentzkracht t.g.v. het homogene veld op de zijde AB en op de zijde BC.
b) Geef in de tekening de richting aan van deze Lorentzkrachten op AB en BC.
c) Bereken de som van de momenten van de Lorentzkrachten op AD en BC.