Oven

Onderwerp: Thermische processen

vwo, thermische processen, examenniveau, 15 minuten

Opgave

Bij een experiment plaatst men een glazen buis kwikdamp in een oven. De oven wordt verwarmd door een verwarmingsspiraal van 400 W. Zie figuur 1.

Op t = 0 is de temperatuur van de oven met inhoud gelijk aan die van de omgeving: 20 °C.
Op t = 0 wordt de verwarmingsspiraal ingeschakeld.
De temperatuur in de oven heeft overal dezelfde waarde. Deze temperatuur wordt gemeten. Het meetresultaat zie je in de grafiek van figuur 2. De temperatuur stijgt steeds minder sterk. De verwarmingsspiraal wordt automatisch uitgeschakeld zodra de temperatuur te hoog wordt en weer ingeschakeld zodra de temperatuur te laag wordt. De temperatuur schommelt om een waarde van 180 °C.

Figuur 1
a) Beredeneer waarom de temperatuur steeds langzamer toeneemt.
Figuur 2

Bij het ontwerpen van het apparaat ging men uit van een temperatuurstijging van 0,6°C/s.

b) Bepaal met behulp van de temperatuur-tijd grafiek zo netjes mogelijk de feitelijke temperatuurstijging van de oven per seconde onmiddellijk na t = 0.
c) Bereken hoeveel warmte nodig is om de oven met inhoud 1,0 °C in temperatuur te doen stijgen als we afzien van de warmte-uitwisseling met de omgeving. Met andere woorden: wat is de warmtecapaciteit van de oven?
d) Bepaal de hoeveelheid warmte die de oven per seconde aan de omgeving afstaat bij een oventemperatuur van 180 °C.